De balans voor de toekomst
‘Als ik kijk naar onze verschillende productgroepen, wordt ons fundament gevormd door ICT. De groei en ontwikkeling die de eerste generatie heeft doorgemaakt, is hen overkomen door de dingen die ze op hun pad tegenkwamen. Nu is dat anders, we maken bewuste keuzes in wat we doen en zorgen voor een goede balans tussen de verschillende productgroepen. Dat is belangrijk want sommige onderdelen zoals bijvoorbeeld kantoormeubilair zijn conjunctuurgevoelig. In tijden van crisis is het dan belangrijk om de focus elders op te kunnen richten, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe software en ICT.’
Op de vraag wat de plannen voor de toekomst met VWC zijn, antwoordt Erik van Wendel: ‘Het uiteindelijke doel dat we als tweede generatie voor ogen hebben, is dat we het bedrijf kunnen doorgeven aan de derde generatie. Dit is van invloed op de beslissingen die we nu maken. Hierbij ligt de focus meer op de langere termijn in plaats van op korte termijn geld willen verdienen. Ze krijgen te maken met een andere tijd. De generatie Z komt eraan, dat zijn de studenten van nu die straks klant en medewerker zullen zijn. Elke tijd heeft een eigen manier en zo zullen ook zij totaal anders in het leven staan en met andere dingen bezig zijn dan wij. We zullen als bedrijven moeten evolueren om deze doelgroep aan te spreken en zo in de toekomst bestaansrecht te hebben.’
Hoe dat er in de praktijk uitziet? ‘We zullen als VWC nog meer groeien naar een kennisorganisatie en rol van adviseur. Dit past ook bij onze slogan weet wat werkt. De vraag naar kantoormeubelen zal altijd wel blijven bestaan maar daar wordt technologie aan toegevoegd. We krijgen te maken met het internet of things waarbij steeds meer smart voorwerpen met elkaar kunnen communiceren. We willen ondernemers helpen door samen te kijken waar hun behoefte ligt en op basis daarvan een toekomstplan en advies uitbrengen. Als we een oplossing kunnen bieden die de klant écht nodig heeft, die hij weet te waarderen en waar hij blij van wordt en vervolgens zegt: “regel het maar!” dan is het wat mij betreft feest!’